De Zoetelaar
De ontwerpers van Almere meenden dat historische referenties de mensen een gevoel van thuis zouden geven. In lijn met deze opvatting stelde architect Kees Rijnboutt voor om een winkelpassage te maken. Passages ontstonden in het eind van de negentiende eeuw, toen er verkoopplekken moesten komen voor de luxe consumptiegoederen die op grote schaal op de markt kwamen. In stadscentra als Den Haag, Parijs en Brussel verschenen overkapte straten, die een overgang vormden tussen de openbaarheid van stadsstraten en huiselijker sferen. De Zoetelaarpassage is een moderne variant van dit type. Hier geen intimiteit en schemer met luxegoederen voor de rijken, maar openheid, frisheid en een laagdrempelig aanbod.
De ranke, verticale geleding van de …
De ontwerpers van Almere meenden dat historische referenties de mensen een gevoel van thuis zouden geven. In lijn met deze opvatting stelde architect Kees Rijnboutt voor om een winkelpassage te maken. Passages ontstonden in het eind van de negentiende eeuw, toen er verkoopplekken moesten komen voor de luxe consumptiegoederen die op grote schaal op de markt kwamen. In stadscentra als Den Haag, Parijs en Brussel verschenen overkapte straten, die een overgang vormden tussen de openbaarheid van stadsstraten en huiselijker sferen. De Zoetelaarpassage is een moderne variant van dit type. Hier geen intimiteit en schemer met luxegoederen voor de rijken, maar openheid, frisheid en een laagdrempelig aanbod.
De ranke, verticale geleding van de buitengevels in oranjebruine baksteen herinnert aan klassieke architectuur. Het interieur was geel en lichtblauw geschilderd, een stijlkenmerk van het postmodernisme. Die oorspronkelijke passage met zijn halfronde glaskap was mooi, maar niet erg praktisch. Vooral de akoestiek gaf problemen. Er werd dan ook al snel gerenoveerd, waarbij de pasteltinten moesten wijken voor nieuwe modekleuren. Uitbaters van de winkels en kantoren komen en gaan, maar De Zoetelaar blijft een fijne, beschutte plek waar het winkelend publiek inderdaad thuis is.